De rechthoekige kap boven twee kleine deuren, lade en twee grote deuren. Met gestoken notenhouten ornamenten, met onder de kap drie cherubijnen, hieronder naast en tussen de twee deuren drie leeuwenkoppen. Onder de laden naast de grote deuren kariatiden op taps aflopende rechthoekige zuilen. Het geheel staand op twee latere bolpoten. De deuren en zijkanten voorzien van geometrische patronen en belijmd met ebbenhout en palissander. De panelen van de deuren met cornichewerk, i.e. in hoekige patronen gelegde geprofileerde lijsten, getooid. De achterpoten verlengd.
Literatuur:
Wonen in de Gouden eeuw 17e Eeuwse Meubelen Rijksmuseum Amsterdam Blz.43 Fig. 36 & 37
K. Sluyterman, Huisraad en binnenshuis in Nederland in vroege eeuwen. Blz. 152 - Fig. 206.
Dr. Anne Berendsen, Het Nederlandse interieur.: Blz. 151
De Zuidelijke Nederlanden,
Midden 17e eeuw.
Periode: Renaissance
Hoogte: 172 cm.
Breedte: 167,5 cm.
Diepte: 65 cm.